Ik geef mijn kappers krediet. Een week, meestal. Dat moet, want ik spreek hun taal niet en zij lijken de mijne niet te begrijpen. Zo zijn tien centimeters er zelden slechts tien, verstaan ze "mijn froe niet te kort alsjeblieft" steevast als "knip maar raak" en proberen ze ondanks mijn vele waarschuwingen mijn haar te temmen met een haardroger. Dus geef ik hen krediet. Een week. Een hele week lang probeer ik me te verzoenen met de ramp die ze doorgaans van mijn haar maken. Ik geef hen en mijn haar een week om back to normal te gaan, of mezelf precies zo lang om te wennen aan mij nieuwe snit. Want dat mijn haar uiterst weerbarstig, ontembaar en veel te uitbundig is, daar heb ik me al jaren bij neergelegd. Nu die kappers - "maar wij hebben daarvoor wel een productje" - nog.
Om een of andere reden - hoezeer het kappersbezoek zich ook opdringt - doet dat bezoek meestal meer kwaad dan goed. Zo ook vrijdag - een week geleden. Ik vroeg de puntjes, ik kreeg een halve pruik op de grond. En onhandelbaar haar, dat zelfs met een elastiekje er rond niet in het gareel wenst te lopen. En nu is de week om, het krediet op en ik nog steeds niet blij. Rest me enkel te wachten tot mijn haar weer groeit en in een elastiekje past en mijn kapper te vervloeken. Of mijn krediet te verlengen? I'll get back to you on that als herwonnen euforie betreffende mijn frisse coupe zich aandient. Voorlopig zeur ik nog een beetje (niet te veel, maar net genoeg). Dat helpt ook. En zou haar er van groeien?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten