donderdag 2 mei 2013

Tweeling & broer

Pfoehoe... Nu lette ik vandaag een dag lang zo erg op m'n woorden, dat het deugd doet even losjes te kunnen schrijven. Zonder die zeurende "Je hebt nog te weinig woorden" - dat was voor de middag - in het achterhoofd, of die "Je hebt te veel woorden, begin maar te schrappen" - dat was na de middag - op m'n schouder. Of dan die sluimerende "Ben ik wel goed bezig" als rode draad door de dag. Nee, geef mij dan maar een blogje, dat helemaal uit mezelf kan komen en geen promotors of assessors hoeft te plezieren. Eentje over de drie zotte logees die we dit weekend over de vloer kregen misschien? Het is eens wat anders dan die intussen gekmakende literaire uitgeverijen.

Ik ging ons logeevolkje ophalen. De koffers die klaarstonden deden vermoeden dat het drietal enkele weken bij ons zou blijven. Ondanks het late uur - moeten die niet moe zijn? - stond de vierjarige tweeling energiek op en neer te springen. Ik keek al op tegen de strijd om hen in bed te krijgen. Hun broer van negen was gelukkig de rust zelve (en vooral gefascineerd door zijn nieuwe  fancy gsm - is dat speelgoed voor kinderen?) Na enkele afspraken - niet op straat rennen, doe eens kalm en roep niet zo, niet wiebelen in als ik rij - duwde ik de bende in mijn auto. Veel vertrouwen hadden ze er niet in. Of ik wel met de auto mocht rijden (de tweeling) en of we heel hard gingen rijden (broer). Ja en nee en zit stil. Ik zei het niet maar wierp een niet mis te verstane blik naar mijn wemelende achterbank.

We waren de straat nog niet uit of mijn auto werd op slag een moppenmobiel. De meisjes begonnen, broer bleef niet achter. Van de vierjarige moppen kreeg ik kop nog staart en de slappe lach. Die van negen waren meer op mijn niveau. Ik mopte dan ook lustig mee, en had al snel het respect van mijn gezelschap verdiend. Er-zit-een-olifant-op-je-hek-moppen zijn dan ook mijn specialiteit. Wonderwel werkten de mopjes kalmerend. De drukte van voorheen werd slechts nog in aanstekelijke bulderlachjes gedeponeerd en ik zag de slaap in hun oogjes blinken.

Dat zou snel bedtijd worden voor de meisjes. Broer beloofde ik fluisterend een kommetje chips en een prentenboek op de computer - hij is fan, mijn mama kleuterleidster. Aangekomen op bestemming kregen we de bagage maar amper binngengesjouwd. Ik blijf toch fan van de wat-je-niet-kan-dragen-neem-je-niet-mee-regel. Dat zou een pak minder buitensporig grote knuffelbeesten opgeleverd hebben. En dat zou de tocht naar de logeerkamer minder uitdagend gemaakt hebben. Met de dames maakte ik een deal: zelfgemaakt cakeje, beker chocomelk, pyjama, tanden poetsen en bed in. Protest bleef beperkt en nog geen tien minuten later liep het tweetal gewassen en gestreken voor me op. Zij wisten de weg wel. Na de deur van de hal schoten ze achter mijn rug en de gigantische zeehond - Zeeleeuw? Ikeaknuffeldier in elk geval - die zich daarachter verschool. Het was donker. Of ik niet voorop wilde om te checken of er geen monsters waren. Ze troffen het. Daar was ik heel goed in.

We haalden de logeerkamer zonder monstergevechten aan te moeten gaan. Nu was het echt tijd voor vierjarigen om onder de wol te kruipen. Niet dat zij zelf die mening toegedaan waren. De posters, het dekbed, de stapel papieren op de bureau,... alles was goed genoeg om er vragen over te stellen. Of nog eens naar het toielt (deed je net), of melk drinken (deed je net) of heel veel vragen stellen (deed je net). Als ervaren babysit liet ik me niet foppen. Bed. Nu. Ik zei 't lief, vergezeld van een onderstoppende nachtzoen. 't Was werkelijk een schattig zicht, die twee mini's elk aan één kant van het onderste stapelbed. Even vervloekte ik het gebrek aan camera. En dan nog lichtje aan en snaveltjes toe. Tweelingbedtijd! Met broer keek in nog even naar een computerprentenboek over een familie skeletten. Intussen vertelde hij honderduit over dieren en hun skeletten, daar had hij veel over gelezen. Ik luisterende vol interesse tot 't ook broerbedtijd werd.

Ik had me opgeofferd om met onze logees op te staan, stiekem hopend dat kindjes wel slapen tot negen uur op zondag. Dat doen ze niet. Zeker niet op vreemde logeerkamers met posters en dekbedden en papier. Dus kropen we met z'n vieren op een ontiegelijk vroeg uur onder een fleecedekentje voor de tv. Ochtendkinderprogramma's. Een nieuwe wereld die voor me openging. Aan het gelach op mijn schoot (de tweeling) en tegen mijn schouder (broer) te horen zaten we met een paar fans. Ik verweet hen nauwelijks het vroege ontwaken en had dolle pret. Het moet zo ongeveer de gezelligste zondagochtend ooit geweest zijn. Laat die lieve logeetjes nog maar een keertje komen!

Tweeling. Zonder broer.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten