*Gisteren zag ik de maan. Niet zomaar, dat snap je. Het leek, een citroen, haast. Een symmetrisch uitgeknipt velletje felgeel papier, ook wel. Of een wiegje voor de pop of het hoedje van die clown. En als je goed keek een half-opgelikte lolly. Nu ja, je weet wel... 't was zo'n maan uit de tekenfilms. Nog net geen neusje, glimlach en knipoog onder een slaapmuts, maar wel een onvermijdelijk zelfverzekerd stralend geel (ja, geel!) in de sterrennacht. En terwijl ik rustig verder fietste bedacht ik me: wat lijkt het me fijn, die maan te zijn.
*Goestink, ken je dat? Nee, silly, 't zijn niet mijn vingers die de verkeerde letters op het toetsenbord aanslaan. GoeSTINK! Dat is het nieuwe jaarthema van de chiro. Want dit werkjaar zal er eentje zijn dat we nog lang zullen ruiken. Met het jaarthema ‘Goestink’ zet de chiro het engagement van al haar vrijwilligers in de verf: al het zweet dat duizenden enthousiastelingen in de Chiro steken. Vrijwillige inzet, zonder iets terug te vragen. Puur omdat zedaar goesting in hebben. Da’s geweldig! Want zo krijgen andere mensen ook die Chiromicrobe te pakken. Een goed stinkend stukje goestink kon dan ook niet ontbreken op mijn blog. Want laat het duidelijk zijn: deze leidster heeft goestink in een nieuw jaar voor chirobelvenissen en -uitdagingen! Bring. It. On!
*Soms ben je je erg bewust van jezelf. Onlangs had ik zo'n moment. Aanleiding: een (zeer gezellig en lang gepland) etentje met de highschool sweathearts. Onafscheidelijk waren we, zo'n hele middelbare schoolcarrière lang. De speeltijden waren steevast gereserveerd voor dol gekwetter en middagpauze's vlogen ongedwongen taterend voorbij. Sleepovers, singstarfeestjes, dat eerste fuifje,... de lijst met gedeelde herinneringen is lang. Het wegen-scheiden met diploma in de hand werd extra pijnlijk toen duidelijk werd dat de schoolgangen niet langer ons territorium zouden uitmaken. Uiteenlopender konden onze studiekeuzes (en bijhorende uitwijksteden) amper zijn. Toch bleven we contact houden en speeltijden werden vervangen door (twee- of drie-) maandelijkse avondjes uit. De hele bende bijeen krijgen lukte echter nog amper. Drukke agenda's (ik pleit schuldig), een handvol kotstudenten uit verschillende steden (guilty, again) en nog zoveel meer durven al eens roet in het eten strooien. Na maandenlang plannen lukte het vorige week dan toch. Daar zaten we dan, vijf pas afgestudeerde middelbare scholiertjes, ruim vier jaar later. En terwijl iedereen honderuit vertelde over z'n studies, leven, toekomstplannen, zotte belevenissen,... gebeurde het. Ineens. Werd ik erg bewust van mezelf. Ik zag mezelf als prille schoolverlater voor me, de weg die ik daarna aflegde duidelijk voor ogen. Onvermijdelijk besefte ik: I must be growing up.
*Ik zwom in de schelde! Nuja, technisch gezien eerder OP de schelde. Badbootavonturen!
*Weet je, ik dacht altijd dat ze in Nederland Nederlands spraken. De gelijkenis tussen land en taal is onmiskenbaar, dus waarom argwaan, zou je denken. Wel, na enkele daagjes Amsterdam, durf ik dat in vraag te stellen. Misschien is het seizoensgebonden, en misschien zagen we er wel erg buitenlands uit, maar overal waar we kwamen in de hoofdstad van onze Noorderburen, werden we in het Engels aangesproken. Zelfs een duidelijk gearticuleerd 'alsjeblieft' en 'dankjewel' kon de halsstarrige museummedewerkers niet op andere gedachten brengen. Het bleef 'that way, please' en 'here's your ticket, miss'. In onze hostel werden we zelfs verzocht onze uitleg ('Hier is ons reservatieformulier,...') in het Engels te doen. Of zou het dan toch die Vlaamse tongval zijn die de Amsterdammers dwars zat? De meneer van het Rembrandmuseum viel in elk geval van zijn stoel toen we een audiogids voor het Nederlands vroegen. Ik voelde me even een ontdekkingsreiziger: de eerste Belg op Nederlandse gronden, een eigenaardigheid!
*Drie dagen lang probeerde ik me de juiste woorden van Annie M.G.Schmidts Dikkertje Dap te herinneren. Nu ik eindelijk zelf eens in Artis kwam, kon ik mezelf er immers niet van weerhouden te pas en te onpas "Denk je dat de grond van Artis, als ik neerkom, heel erg hard is" te zingen. Lustig neuriënd kwamen steeds meer stukjes gedicht terug, maar pas toen het wereld wijde web me Dikkertje Daps avonturen op de rug van de giraf van voor tot achter kon onthullen was ik helemaal gerustgesteld.
*Ik zag het kraanwagentje van Pluk (van de Pettenflet, nvdr) Waaah! Ik zag het kraanwagentje, ik zag het kraanwagentje. /nauwelijks onderdrukt enthousiasme/
*In Amsterdam mag je niet brommen, zo blijkt: brom·men (werkwoord; bromde, heeft gebromd) 1. Een dof grommend
geluid laten horen: wat ik je brom wat ik je zeg 2. (+ op) Berispen 3. Gevangen
zitten 4. Op een brommer rijden. Het zal je maar gebeuren, dat je wat in je keel hebt zitten en even bromt. Zou dat een boete opleveren?
*In je vinger nieten doet pijn. PIJN, zeg ik je!
*Ik heb een heel wijs metekindje. Vijf is kleine kapoen Katelijne intussen. Dat kapoengehalte mag je gerust erg letterlijk nemen, inclusief blinkende oogjes van ondeugd. Tijdens een zomerse barbecue werd haar bestek plots doorverwezen naar de zijkant van het bord. Handen gingen naar de zij, het vuur in de ogen aangewakkerd. "Hé Lotte, wist je..." Wat zou er nu komen... Ik was al op de hoogte van het feit dat er in de Zoo een olifant gestorven was, en dat dat vast erg zou stinken, zo'n dode olifant (die moest je maar snel begraven). Er werd ook al een ik-tel-tot-tien-in-het-Engels-show gegeven (met bereidwillige medewerking van Dora) en alle namen van haar poppen werden overlopen. Uit de spraakwaterval die daarop volgde onthield ik dat 1) Papa snurkt 2) Matthijs een nieuwe kamer krijgt 3) Katelijne nooit valsspeelt bij memorie, ook al zegt mama van wel 4) De poes misschien wel honger had omdat ze naar de bbq keek. Steeds afgewisseld door een 'eet-nog-eens-een-hapje' van mijn kant. En ik die dacht dat mijn zus een babbelkous was! Maar goed: Wist ik dus... dat er kindjes zijn die geen eten krijgen van hun mama? "Dat is toch eigenlijk niet normaal he. Wij kunnen maar beter blij zijn dat wij nog lekker eten hebben. En wist je, Lotte, dat in sommige landen kindjes elke dag hetzelfde moeten eten? Dan hebben wij toch een fijn land he." Het wordt nog eens een echte, dat metekindje van mij! /trotse meter aan het woord/
*Ik heb een heel wijs metekindje. Vijf is kleine kapoen Katelijne intussen. Dat kapoengehalte mag je gerust erg letterlijk nemen, inclusief blinkende oogjes van ondeugd. Tijdens een zomerse barbecue werd haar bestek plots doorverwezen naar de zijkant van het bord. Handen gingen naar de zij, het vuur in de ogen aangewakkerd. "Hé Lotte, wist je..." Wat zou er nu komen... Ik was al op de hoogte van het feit dat er in de Zoo een olifant gestorven was, en dat dat vast erg zou stinken, zo'n dode olifant (die moest je maar snel begraven). Er werd ook al een ik-tel-tot-tien-in-het-Engels-show gegeven (met bereidwillige medewerking van Dora) en alle namen van haar poppen werden overlopen. Uit de spraakwaterval die daarop volgde onthield ik dat 1) Papa snurkt 2) Matthijs een nieuwe kamer krijgt 3) Katelijne nooit valsspeelt bij memorie, ook al zegt mama van wel 4) De poes misschien wel honger had omdat ze naar de bbq keek. Steeds afgewisseld door een 'eet-nog-eens-een-hapje' van mijn kant. En ik die dacht dat mijn zus een babbelkous was! Maar goed: Wist ik dus... dat er kindjes zijn die geen eten krijgen van hun mama? "Dat is toch eigenlijk niet normaal he. Wij kunnen maar beter blij zijn dat wij nog lekker eten hebben. En wist je, Lotte, dat in sommige landen kindjes elke dag hetzelfde moeten eten? Dan hebben wij toch een fijn land he." Het wordt nog eens een echte, dat metekindje van mij! /trotse meter aan het woord/
*Wat is schrijven fijn. Zou ik meer moeten doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten