Studentikoos
lanterfanter en slenter ik door de dag. Examens, heet dat. Ofte: de
eender-wat-anders-is-interessanter-dan-school-periode, met zeer uitgebreide
categorie eender-wat-anders. Zo werden
torens van potloden gebouwd (bevolkt door slijpers en gommen), waren de boeken
in het rek dringend aan een reorganisatie toe (van groot naar klein. Of toch
van klein naar groot? Kleur of thema zijn ook altijd opties) en werden blogjes opgericht (tot grote verwarde verwondering van, euh, enkelen). Pauze nemen, heet dat in zichzelf goedpratende
studentenmilieus. Even het lerende leven vergeten en schaamteloos, nutteloos de
tijd verdrijven. Mijn lievelings-eender-wat-anders-rubriek is misschien nog wel
het bladeren door mapjes op de computer (nerdalert!).
Een heel
digitaal verleden flitst dan voor je ogen. Foto’s van ver vergeten vakanties,
muziekjes in jaren niet beluisterd, belachelijk lang geleden chatgesprekken,
plots herkende onbekende documentjes,… Mocht het niet duidelijk zijn: ik ben
verzamelaar, van herinneringen, gedachten, stukjes digitaal verleden tijd. De weg naar delete kennen mijn vingers amper.
Het vermogen alles te classificeren in netjes geordende – jaar, thema, inhoud,
kleur, groot naar klein (of wacht...) – mapjes des te meer. Ik ben een
archiefjes-L, zo je wil.
Vanmiddag
belandde ik in het mapje “school 1ste
middelbaar”. Wiskundeformules- en definities, Latijnse woordenlijstjes, een
spreekbeurt over De Olifant en een werkstuk over Griekse goden komen vaag
bekend voor. Met getriggerde nieuwsgierig naar de inhoud scroll ik verder, tot
het document “schrijfoefeningen Nederlands” helemaal mijn aandacht trekt. –
openen – Een kleine schat aan schrijfsels die ik al jaren niet las, verschijnt.
Schattig, koddig en een beetje kinderlijk, maar de leukste teletijdmachine-ervaring
die er is.
Gevraagd
naar een “Gedicht over de herfst”, schreef kleine Lotte:
ijzige
windvlagen
veilig
weggestopt
in m’n jas
als een
muisje in haar hol
rol ik samen
met
gouden
wilgenblaadjes
over de
grond
in dit
sprookje
wiegen zelfs
stevige bomen
heen en weer
Mijn
twaalfjarige zelf kreeg blijkbaar ook ooit de opdracht te shoppen in andermans
verzen. Het resultaat? Een samenraapsel van
niet-zelfgeschreven-woordjes-die-dan-toch-een-gedichtje-vormen.
je bent een
lang gedicht
het is nog
niet geschreven
toevallig
even oogcontact
waaraan
zonlicht zacht voorbijgaat
stilzwijgend
staar je naar een wereld
met een blik
van mannen onder elkaar
wolkenranden
dansen rusteloos voorbij
op het ritme
van je klankspel
de tijd
slaat snel om ons heen
de hemel
zoemt van je afwezigheid
Vondsten als
deze maken de uitgebreide categorie eender-wat-anders toch altijd weer de
moeite waard. Laat ze nog maar wat duren, die examens. Ik ben nog niet
uitgezocht!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten