Ik nodig je uit, lieve lezer, droom lekker mee. Dans door mijn dag. Duik in mijn wereld, mijn hoofd, mijn woorden. En laat je vooral niet afschrikken door de heerlijk hevig heersende chaos die mijn gedachten durft te beheersen. Waar deze blog me brengt, moet blijken. Maar onthoud alvast dit: de reis is de bestemming.
Dit zag ik gisteren voorbijfladderen op het smoelenboek:
Jeugd & Poëzie daagt u uit! U krijgt het weekend om tien woorden van deze woorden hoop te kiezen en er een gedicht van te maken. 1-2-3-START!
Daar heb ik maar één ding op te zeggen: challenge accepted! En doe dat maar ineens maal twee. Voor de zekerheid fabriceerde ik één gedichtje met slechts tien woorden, en één gedichtje met tien knipsels (waarvan sommige meerdere worden tellen). De regels waren voor deze regelfanaat niet meteen helemaal duidelijk, pakt.
Daar sta ik dan, geflankeerd door een troep kletsende mama’s,
telefonerende papa’s en een enkele oma en opa. In blijde verwachting van het
verlossende belsignaal, het sesam-open-u van de basisschoolpoort. Niet veel
later wordt onder luidkeels gejoel de vakantie verwelkomd. De deuren vliegen
open en tientallen uitgelaten kinderen schieten langs me door. En ik dacht dat
ik blij was toen mijn vakantie van start ging! Ik wring me tussen prille
vakantievierders door en probeer in de zee van kinderen de drie exemplaren uit
te zoeken die ik hoor mee te nemen. Het is een vaag bekend doch lang niet
beleefd tafereel: juffen en meesters die de bedankingsbloemetjes en –pralinen
amper kunnen dragen, zesjarigen die een heel jaar aan kunstwerken met zich
meeslepen en schoolverlaters die een traantje wegpinken. Gelukkig spot ik al
snel nummer één. Ik maak me er met een ‘ga-je-broers-eens-zoeken’ vanaf en
geniet stiekem van dat bruisende vakantiesfeertje.
Na enkele mislukte pogingen (“Ik ben mijn trui vergeten”,
“Mijn brooddoos staat nog op het rek”) laten we de speelplaats achter ons.
Onderweg krijg ik verhalen over de laatste schoolweek, de goede rapporten en de
juffen voor volgend jaar te horen. Afgewisseld met gezeur om een ijsje, that
is. Terwijl de jongste achteraan sjokt – alleen een ‘straks plak ik een motorke
achter uw gat’ kan hem motiveren de pas te versnellen –, spurt zijn broer van straathoek naar
straathoek. Grote zus verzorgt ondertussen de public relations met toevallig
tegengekomen vriendinnen. Er wordt druk gekwebbeld over vakantieplannen ( Zeilen!
Scoutskamp! Familieweekend!) en speelsessies in het park worden bekokstoofd.
Na zelf al een weekje op en top van de vakantie genoten te
hebben, is het even wennen aan het gebrek aan enthousiasme bij de babysitkids. In
vergelijking met hun leeftijdsgenootjes, zijn de ze niet extreem opgewonden bij
de gedachte aan twee maanden schoolvrijheid (zouden ze dan toch zo graag naar
school gaan?). Het besef moest misschien nog wat groeien, bedenk ik me. Mijn
vermoeden wordt bevestigd als een ik-wil-het-laatste-worstenbroodje-ruzie op
slag opgelost wordt met een “Zeg jongens, jullie zitten te ruziën over eten,
terwijl het wel vakantie is he!”. De toon was gezet! Een verontwaardigde
maar-vanmorgen-kon-ik-echt-mijn-eigen-boterham-al-smeren-pruillip en appelsapincident
later kon de vakantie dan echt beginnen: een toernooitje vier-op-een-rij (Ik verlies grandioos. Van een negenjarige.
Mijn ego heeft even een boost nodig.) gevolgd door een partijtje Kolonisten van
Catan. Ook nu kan ik me niet bewijzen. In een nek-aan-nek-race om het laatste
punt, moet ik diezelfde negenjarige de overwinning gunnen. Maar zelfs verliezen
kan de pret niet bederven. Dit is wat ik noem ‘de vakantie in stijl inzetten’:
al gezellig gezelschapsspelend.
Na een plotse uitbreiding van het aantal kinderen in huis –
hé welkom, buurjongens – lijkt de verveling plots toe te slaan (want ook dat
blijkt eigen aan vakantie). “Wij weten niet wat we willen doen”, “Ik wil met de
lego spelen, maar hij niet”,… Ik geef hen de kans niet om ruzietjes te beginnen
en jaag de kids naar buiten. Stadstuintjes geven voetbalmatchen toch een andere
dimensie, moet ik zeggen. We verloren drie ballen aan de buren, leerden scoren
via de muur en probeerden de eer van de meisjes hoog te houden –
meisjes/jongens is toch de standaard ploegverdeling, nee? Ook een spelletje
koningsbal-zonder-koning, jagersbal en verstoppertje passeren de revue. Komt die chiro-ervaring toch nog van pas.
Ik vind het bijna jammer als ik weer naar huis moet. Er
wordt lustig geknuffeld, afscheid genomen en gezwaaid. Ook voor babysits begint
nu de vakantie. Tot in september, kapoenen!
Eén blauwe
knie. Blijkt dat attracties toch niet altijd veilig zijn. De ontmoeting met de
bodem van het karretje en het water was in elk geval niet aangenaam.
Twee pijnlijke
ik-crosste-een-hele-dag-van-attractie-naar-attractie-en-terug-voeten.
Drie favoriete-achtbaan-ervaringen.
Go Winja! Go Mamba!
Vier overwonnen
angsten en een hoopje trots
Vijf
fantastische vriendinnen
Zes slaapjes
in de auto (Wie o wie durfde dat vast te leggen op de gevoelige plaat!)
Zeven
ergernissen over voorkruipende tienerjongetjes. Een ware plaag! (mompelt nog wat
over ‘De jeugd van tegenwoordig’)
Acht(honderd,
duizend, miljoen) fijne herinneringen aan een onvergetelijke dag
Negen
vierkante decimeter verbrande oppervlakte op mijn armen & gezicht (zon!)
Enkele weken geleden tartten we het lot. De weergeschiedenis van ons Belgenlandje negerend kozen we een datum om een dagje naar zee te trekken. Met de trein naar Oostende, zoals onze jeugdidolen het zo treffend zongen. Vanmorgen dreven we die provocatie nog wat verder door. De weerkaarten wegwuivend vatten we vastberaden post op perron 2, waar de desbetreffende trein met de desbetreffende kuststad als bestemming ons stond op te wachten. Zelfs de regendruppels aan de Antwerpse hemel zagen we niet als voorbode voor een hopeloze dag. Of: hoe schoon kan optimisme zijn. Tussen hoop en vrees verslond onze trein station na station. Donkere wolken passeerden witte exemplaren, onheilspellende hemelkleuren maakten plaats voor een helderblauwe tint. Dat scenario herhaalde zich, euhm...wel, vaak. Tot de verlossende woorden weerklonken uit de microfoon: Wij komen aan in Oostende, eindebestemming van deze trein. De kogel was door de kerk, de KMI-roulette verkondigde luidkeels een blauwe lucht, inclusief zon, zon, zon. Jackpot!
Afzakken naar het strand dan maar. Schoenen uit - welkom zandkorrels - en hoogmoedig enthousiast het strand oprennen. Ik lijk ook steeds te vergeten hoe moeilijk dat loopt, zand. Wel laten we het kort houden: het waren niet mijn elegantste momenten. Het leek me veiliger neer te ploffen op 'n handdoekje. Luilekkerend zonnekloppen, stiekem trots op het volharden in de blijheid. Fin d'examen hoort zo gevierd te worden: nietsdoen in de zon met de muziek van de zee - en een dijkfanfare - op de achtergrond. Zelfs de occasionele wolk die voor de jackpotzon schoof kon de pret niet bederven. Wilde plannen werden gesmeed (zwemmen!), voorbijgangers bekeken en besproken (respectvol, of soms wat minder) en meeuwen weggejaagd (ik bleek niet echt een meeuwenfluisteraar). Duttend tijdverslapend de namiddag in slenteren: that's life!
Maar wilde plannen zijn er om uitgevoerd te worden. Jeugdig (naiëf en koudenegerend) enthousiasme helpt daarbij een handje. Dus spurtten we halfweg de duttende namiddag zeewaarts. Geen tijd meer voor pootjebaden nu, ineens de korte pijn. Struikelend over golven en strompelend over stukjes strand dook ik de zee in. Na de longen uit het lijf geschreeuwd te hebben (koud!) overviel de zeese warmte. Al kan de door de redders verzochte verplaatsing naar het andere eind van de zee er ook voor iets tussen zitten - conditie zero. Zo werden op een toevalstrefferszomerdag ontelbare golven beklommen, doorbroken een beproest. Zeehaar en overal zand neem ik er graag bij, dit is genieten!
De kers op de (zand)taart was vandaag geen kers, maar een crème-de-la-crème-ijsje. Want wie gaat er nu naar zee en komt terug zonder ijs gegeten te hebben? Dus haalden we de toeristen in onszelf naar boven, en bestelden we een dijk-ijsje. De laatste zonnestraaltjes meepikkend trokken we tenslotte weer huiswaarts. Van moeder natuur kregen we nog een klein cadeautje - nee niet dat. Een schaaldierkleurtje dat blosjes hoogrood kleurt en t-shirten onmogelijk maakt om nog uit te trekken deze zomer. Maar ook een mooi bewijs: ik zag de zon!
Lieve lezer, vandaag mag je even mijn ogen zijn. Ik gaf ze namelijk de kost. Ik observeerde, zoals zo vaak (en graag) en dat inspireerde. Dans je mee, door mijn dag? Ik-zie-ik-zie-wat-jij-niet-ziet-gewijs?
07:59 - Een kasteel vol prinsessen en draken en dwergen (Hé prins, kom eens terug! Of wacht, was ik al wakker?)
08:00 - Alarm 8:00 NU. Ok/Sluimeren (Zelfs "Good morning baltimore" kan me niet aanzetten tot Ok. Sluimeren it is. Nog minstens drie keer)
09:03 - De krant van gisteren (Moet die vandaag niet nog eens gelezen worden? Of zou ik toch maar eens aan het peperen gaan - met paper in je gat gaat dat goed, hoorde ik)
11:00 - De grootste verzameling papieren op de meest uitgespreide werkplek ooit (Ja, ik sleepte er twee krukjes en 'n extra tafeltje bij om het Waar-is-Wally-gevoel te beperken. Failed, though. Al wordt de voldoening van het uitspreiden van je cursus over de ruimte zwaar onderschat.)
12:05 - Een heerlijk broodje brie & mijn favoriete papervoortgangscontroleur (Iedereen moet eten, toch? Oh en, pvc: nanananana! Heb ik lekker toch over jou geschreven.)
12:51- Een aflevering van GIRLS (Een nieuwe serierevelatie. Intrigerend, awkward grappig en stiekem herkenbaar. Gotta love HBO)
15:30 - Een regenboog (Pot of gold anyone? Of moet ik beter zelf op zoek naar een Leprechaun?)
17:30 - Een winkel vol mensen die niet leken te merken dat er al tien minuten een alarm weerklonk (Zou dat dan toch in mijn hoofd geweest zijn?)
18:02 - Mevrouw die haar levensverhaal doet aan de buschauffeur (Oh, dus jouw dochter heeft een werkloos lief dat vaker in je living kampeert dan je lief is? Weten we dan ook weer.)
18:13 - Dat brugje in het park waar ik ooit eens een foto van wil maken (Met mezelf erbij, dat spreekt)
18:30 - Long-time-no-see-friends (Eindelijk!)
19:30 - Barbecuegesukkel (Ik moei me niet. Zelfkennis, heet dat. En nog wat met loten en tarten)
20:07 - Sangria in een vaas (Ik zweer dat die vaas er al was vóór ik aan de sangria ging!)
20:45 - Een gestamelde spreekbeurt over Downtown Abby (Speelt zich blijkbaar in een Wereldoorlog af. Mijn gelach verhinderde me om meer te onthouden dan dat.)
21:07 - Tiramisoep (Oké, ik geef toe, ik zag niet echt tiramisoep. Maar ik hoorde het wel, en vond het zo'n blogwaardig woord dat 't hier even verschijnt)
21:46 - Een zeer enge kat (Die blijkbaar toch niet achter me zat - gevolgd door een zucht van verlichting)
22:19 - Chocotoffgeluk (Gekoesterd! En bewaakt met het leven.)
23:10 - Een slap handje in een mouw (Bye bye vriendjes!)
23:20 - Een muisje dat het park in vlucht (Dit moet zo ongeveer het eerst muisje zijn dat ik ooit in de stad zag. Schattig, dat wel.)
23:21 - Een vriendelijke man die de tram een minuutje tegenhoudt (Ik moest het maar eens afleren, dat lopen om het openbaar vervoer te halen. Conditie zero!)
23:40 - Enkele kortgerokte uit de zoo ontsnapte giraffen (Of het konden ook meisjes zijn. Ik werd afgeleid door een gebrek aan rok en een overdaad aan hak. De zwaartekracht werd getart, dat was zeker)
00:00 - Kot sweet kot (Goede voornemen: onmiddellijk gaan slapen - fail. I blame my blog.)
Wat zie ik
vandaag? Juni sleept intussen maar liefst 20 dagen aan! In principe kan ik
daarmee leven – de meeste andere maanden durven al eens langer duren – , moest
het niet zijn dat juni in studentenjargon een codewoord is voor kruip-onder-een-steen-en-blok/paper. Begrijp me niet verkeerd, ik heb niets tegen
dat jaarlijkse “onderzoek naar kennis of bekwaamheid”. Na een jaar
bankenslijten wil ik best mijn kennis en bekwaamheid bewijzen. Maar zelfs
voor stiekeme examenlovers zijn er grenzen. En dan stapel je, zonder dat je er
erg in hebt een hoopje E.E.*’s op die je dan even gefrustreerd moet ventileren.
Want dat helpt, schijnt.
Slaaptekort
[slaap(de; m): toestand van algehele rust, waarbij de
zintuigen niet werken en het bewustzijn ophoudt: in slaap
vallen / te·kort(het; o; meervoud: tekorten)1hoeveelheid die ontbreekt]
Oké toegegeven, deze ergernis is niet helemaal examengebonden. Ik bevind met ook in zorgeloze tijden vaak in een toestand van serious sleep deprivation. Maar toch. Zou iemand mijn lichaam eens een verantwoord bioritme kunnen aanpraten? Het heeft misschien wel wat, zo te pas en te onpas doodmoe/klaarwakker zijn, maar persoonlijk hou ik niet zo van dat soort verrassingen. Dus nee, beste lichaam, om half zeven 's ochtends valt geen vreugde te rapen. En als 2:00 op de wekker danst hoor je te slapen! Willenwedadafspreken? Blij dat we dat het daarover eens zijn.
Vakantie
[va·kan·tie
(de; v; meervoud: vakanties): periode
waarin geen lessen worden gegeven]
Hé facebookvriend, lustig drinkende terrasganger of puberende gebruiker van het openbaar vervoer! Een kleine boodschap aan jouw adres: ik hoef helemaal niet te weten dat jij al vakantie hebt! Mijn slightly-less-stressed-out-alter-ego voegt daar graag aan toe "maar geniet er vooral van". Terwijl Examenlotte daar luidkeels "IN STILTE" achteraan roept en halsstarring blijft geloven dat het v-woord pas maandag begint.
Herexamens
[her·exa·men(het; o; meervoud: herexamens): tweede examen als herkansing]
Allerliefste secretariaat (oh vast). Neem het van mij aan: het werkt niet bevorderend om nu (nu!?) mailtjes rond te sturen getiteld "Wat na de eerste zittijd". Mijn toekomstvisie beperkt zich dezer dagen tot "ik moet en zal die deadline halen". Daarom ken ik jou Sheldon-gewijs een strike toe. Al was het maar omdat examengerelateerde mails afsluiten met "Ik wens u alvast veel succes en een deugddoende vakantie voor binnenkort…" torture is.
Winkel(en)
[win·kel(de; m; meervoud: winkels): gebouw waar goederen aan consumenten verkocht
worden]
Een bezigheid die erg hoog prijkt op mijn examenontspanningslijst (hé, lijst!) is naar de winkel gaan. Want geef toe: iedereen moet eten. Niets zo motiverend als een goed gevulde ijskast (Nalu? Check! Dinokoeken? Check!) Een perfect te verantwoorden tijdverdrijf en warempel nog nuttig ook. Ik trok dan ook opgetogen naar mijn vertrouwde gebouw met goederen om nog eens de consument uit te hangen. Over de recente (en zeer betreurde) herorganisatie van mijn favoriete supermarkt stak ik tegen argeloze omstaanders al menig klaagzang af. Mijn lichtjes autistische zelf was immers niet akkoord met het plots verplaatsen, verwijderen en verstoppen van de begeerde goederen voor consummatie. But I got over it, dacht ik toch. Ik verfijnde mijn route door de chaos week na week en meende mijn weg gevonden te hebben. Toch slaagde ik er vandaag weer in om randdebielering door de winkel te dwalen op zoek naar: smeerkaas (gevonden), batterijen (nowhere to be found) en rode pesto (meesterverstopper). Zowat het enige voordeel aan die hopeloze queeste was de verdubbeling van mijn ontspanningstijd.
Disclaimer: bij het publiceren van teveel onzin beroep ik me op
artikel één van de examenontoerekeningsvatbaarheidswet.
*
Examenergernissen
[ exa·men(het; o; meervoud: examens, examina): onderzoek naar kennis of
bekwaamheid / er·ger·nis(de; v; meervoud: ergernissen): de toestand van geërgerd te zijn]