woensdag 21 april 2021

Dat meisje

Ik wil weer dat meisje zijn. Dat meisje dat zonder zorgen met de wereld aan haar voeten door de dag danst. Dat meisje dat geniet van grootse kleine dingen, dat dromend ontdekt, zomerend beleeft, als slagroomtaartjes van het leven smult.

Dat meisje dat voor alles woorden heeft, de mooiste eerst – troetelberen, luchtkastelen, dagdroomdelen. Dat lezende lijstjesmeisje, vrolijke wijsjesmeisje, ratelende reisjesmeisje, schrijvende sprookjesparadijsjesmeisje.

Dat meisje dat stiekem nog een kind, maar eigenlijk al heel groot is – en zich daar nooit voor excuseert. Dat meisje dat haar puberende onzekerheden eindelijk overboord durft gooien. Dat meisje dat huppelt, zweeft en weer valt, struikelend opstaat en gáát. Telkens opnieuw.

Ergens onderweg raakte ik haar – of toch haar onschuld – kwijt. Dwong het leven haar naar de achtergrond. Dook ze weg achter wolken van weerloos verdriet, pragmatische verplichting of gewoon volwassen zijn. Verstopte ze zich zo goed dat ze zichzelf niet meer vond.

En nu? Nu wil ik weer dat meisje zijn – ook al wordt ze tegenwoordig steeds vaker mevrouw genoemd. Want soms vang ik een glimp van haar op. Verdrijft haar zon de wolken. Staart ze me aan in de spiegel, verrast ze me, danst ze weer even met me mee. Vindt ze zichzelf en mij.  

Soms ben ik weer dat meisje. En o, wat heb ik haar gemist. 

Dat meisje...


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten