![]() |
Waterdragers, ergens onderweg |
En daar was ie dan. De zee. Mijn zee. Mijn kleine stukje zee - dat waar we vroeger ook altijd op vakantie kwamen. Overmand door nostalgie kon ik niet wachten met de voeten in het water te stormen, schelpjes te rapen in de branding en zandkorreltjes uit mijn haren te wrijven. De zee. Mijn zee. Toen ik hoorde dat zij nog niet tot bij het water geweest waren kon ik me nog nauwelijks inhouden. Ik nam het drietal bij de hand en trok richting golven. Voor zwemmen was ’t misschien wat koud, al had ik het nog overwogen - moest ik vooruitziend genoeg geweest zijn daarvoor de juiste kleren mee te nemen. Maar plonzen, spetteren en waterdragen: daarvoor had Frank ons het ideale weer besteld.
Want dat wouden ze: water dragen. We begonnen met een kasteel – ik dolblij: eindelijk nog eens kids aan mijn zijde die kastelenbouw legitiem maakten. Het grondplan werd minutieus overlopen in het zand, maar al na enkele scheppen keerden de architecten hun meesterwerk de rug toe. Wat bergen hadden moeten worden, werden kuilen, muren werden grachten en de beslissing om beiden vol water te laten lopen viel niet veel later. En zo werden we waterdragers. Waterdragers die zich er niet door lieten doen dat de zee zich aan het terugtrekken was. Waterdragers die dapper grachten bleven graven, kuilen bleven uitdiepen en water bleven aandragen. Dat hadden ze beslist: als we lang genoeg zouden lopen, zou ons gangenstelsel onder komen te staan, en dan konden we pootjebaden.
![]() |
Grachtenstelstel - fase 1 |
Hoewel mijn drieëntwintigjarige brein al lang berekend had dat het grachtenvullen eerder iets weg zou gaan hebben van een tantaluskwelling, leefde het kind in mij op. Nog even het plan overlopen, en we konden aan de slag. Drie emmers en vier kinderen, taxeerde ze niet veel later teleurgesteld. Ik controleerde snel of ik nog tot de kinderen gerekend werd, maar werd ervan verzekerd dat ik pas geen kind meer wasals ik er zelf één had – oef, dat geeft me nog wel wat tijd. Dus werd ik zandvrouwtje - emmerloos. Mijn takenpakket? Het natte zand onderaan de put eruit scheppen. Dat ook dat een klusje zonder einde was leek niet in het drietal op te komen, dus schepte ik erop los. Noodgedwongen werd ik ook een beetje broekendrooghouder, kleerkast en ruzieoplosser - gelukkig ben ik in alle drie die disciplines summa cum laude afgestudeerd.
![]() |
Waterdragers in actie |
Terwijl mijn waterdragers lustig water bleven aanbrengen droomde ik een beetje weg. Van hoe fijn de zee is, hoe heerlijk dat beloofde ijsje op de dijk zou smaken en hoe graag ik deze dag nog wat langer zou willen rekken. Want wat is er fijner dan met drie zotte dozen het strand onveilig maken? Wat is er fijner dan je zandkasteel (het kwam er toch nog van, toen de zee toch echt te ver weg trok) versieren met bloemetjes, schelpjes en zandfiguurtjes, terwijl je de verhalen en de logica van twee gewiekste vijfjarigen aanhoort en de bijhorende rollende ogen van hun broer achter de zandberg uit ziet komen. Wat is er fijner dan samen in de verte Engeland zoeken, vliegers tellen en genieten van de rust. Wat is er fijner dan een dagje zee? Mijn zee, met mijn familie.
![]() |
Dag zee, tot de volgende keer! |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten