zaterdag 17 mei 2014

Boom Roos Vis

In de zomer was ze vooral boos. Of nee, verongelijkt eerder. Want wat was het toch oneerlijk. Zij kon nog niet lezen, en daar leek iedereen erg onbedachtzaam mee om te gaan. Alleen de letters van haar naam, die ze dan ook bij elke mogelijkheid opspoorde. Die ontdekkingen gingen steeds gepaard met een luid enthousiast ik-heb-een-letter-gelezen. Ook de G spotte ze overal. Die vond ze mooi.

Nu had meester Walter haar van die frustratie afgeholpen. Als een geheugengetrainde zesjarige kon ze haar kan-ik-lezen-lijstje afdrammen - mijn iets minder geheugengetrainde zelve vergat de woordjes meteen weer. Ik onthield vooral trots, want dat leek ze. Dat was ze, ongetwijfeld. En wat wilde ze het graag tonen! Bij het ontbijt 'las' ze geïnteresseerd in de krant, bij het gezelschapsspelletje stond ze erop de regels - zij het in een vrije interpretatie - voor te lezen en onderweg werden alle woorden die ze herkende de wereld in geschreeuwd.

Ik onthield toch vooral trots, want dat was ik - op haar. Ik kon niet nalaten even terug te denken aan mijn kan-ik-lezen-lijstje. Boom, roos vis. Frustratie over 'nog' niet kunnen lezen kan ik me niet meer herinneren, frustratie over niet kunnen lezen toen dat eigenlijk al moest wel. Hoewel ik de boom, de roos en de vis nog zie hangen in de klas, wou ik ze liever niet lezen - dat vond ik te moeilijk. Gelukkig was er meer dan juf Greet, en hielp mama me op weg, geholpen door een Sneeuwkoningin. Of hoe een verhaaltje half voorlezen kleine meisjes aan het lezen kan zetten...

Daarna stopte ik niet meer met lezen. Zij ook niet, hoop ik. En anders vertel ik wel halve sprookjes. Kunnen we later lekker samen lezen.



*Dit schreef ik een tijdje geleden. Mijn warhoofd vergat 't te publiceren - bij deze goedgemaakt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten