Drieënzestig. Bij de laatste telling had ik er drieënzestig. Drie-en-zestig rode jeukende aandachtvragende bultjes. Dat soort van krabben-maakt-het-erger. En van niet-aan-denken-dan-voel-je-ze-niet (yeah right). Ze gaan ook wel door het leven als muggenbeten. Of: de horror!
Ondanks mijn dagelijks herhaalde avondlijke klopjacht tijdens het verhaaltje-voor-het-slapen (e-readerverslaafd? ik? nee hoor), de muggenstekkers in elk beschikbaar stopcontact, het muggenarmbandje (waarvan ik de efficientie nog steeds erg betwijfel) en de intussen welbekende geur van muggenroller op elk vrij stukje lichaam loopt dat getal nog elke dag op. En daar word ik niet blij van. NIET. BLIJ.
Laat dit dus een waarschuwing zijn aan alle muggen die in de nabije toekomst plannen hebben om stukjes mij tot bulten om te toveren. I will get you. Of je vrienden. Want hoewel er op mijn bord geen dode dieren moeten verschijnen, maak ik voor de in de slaapkamer zoemende beestjes graag een uitzondering. Het soort dat je niet kan navertellen.
Zo. Dat moest ik even kwijt. Omdat ik anders toch maar aan het krabben sla. En omdat je op je eigen blog frustraties mag uiten. Toch?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten