Ik scrolde net nog eens door mijn blog. Op slapeloze zomeravonden doe ik dat soms. Stukjes mij herlezen, zomers opnieuw beleven in woord en hier en daar een beeld en schrijfkriebels voelen borrelen. Ik zag hoe ik blokschreef, de voorbije maanden. Een aantal stukjes ineens en dan weer niets. Realiseerde me al snel dat dat precies is wat ik nu weer doe. Zag ook hoe ik soms veel schreef over weinig gebeurd. Of omgekeerd. Over Dranouter ga ik dat ook doen, dat omgekeerd. Want er was wel veel gebeurd dat ik in weinig probeer te schrijven.
We moesten lang rijden - Limburg lijkt elke keer wat verder te liggen. En ook overnachten in de buurt. Een nachtelijke terugrit leek geen goed plan, een prachtige trekkershut net over de Franse grens dan weer wel. Daar moesten we eerst wat bagage afdroppen, pas daarna werd Dranouter onze GPS-bestemming.
Ik bereide me al voor. Na de vorige editie kon ik nog nauwelijks modder zien. Of regen. Meer dan de binnenkant van de Kayam en veel modder zag ik toen niet. Ik hield mijn hart vast voor de status van het terrein dit jaar, wetende dat er een nachtelijke bui over de westhoek trok. Niet nodig, zo bleek, toen een zonnig felgroen tapijtje zich voor ons uitspreidde. Het blootsvoets blij was een voorbode voor de rest van het festival.
Ik wilde graag de radio-1-sessie met held Wannes Capelle meepikken, maar wist op voorhand dat dat gezien de lange reistijd en vroege programmatie niet evident zou zijn. Gelukkig was die sessie net lang genoeg om ook de late Limburgers ervan te laten meegenieten - eens binnengeraakt in de Club was het dat zonder meer: genieten. Verder op het programma: vanuit het gras luisteren en een beetje in slaap vallen bij Amatorski (hoewel ik de muziek graag hoor, was ik niet onder de indruk van de podiumprésence en interactie met het publiek), meedansen, -zingen en genieten van het enthousiasme van The Broken Circle Bluegrass Band (zo mogelijk nog beter dan hun CC-tour die ik eerder dit jaar meepikte), met open mond vanop de allereerst rij staan kijken naar de helden van de Nieuwe Snaar en uit ons dak gaan met de opzwepende beats van Shantel.
Ach, 't was weer een topeditie. Met duiten in de zak van de stralende zon, fijn gezelschap en muziek om bij te herleven. Dranouter... 't moet toch echt mijn favoriete zomerfestival zijn. Volgend jaar weer. En dat is zelfs geen vraag.
Ik nodig je uit, lieve lezer, droom lekker mee. Dans door mijn dag. Duik in mijn wereld, mijn hoofd, mijn woorden. En laat je vooral niet afschrikken door de heerlijk hevig heersende chaos die mijn gedachten durft te beheersen. Waar deze blog me brengt, moet blijken. Maar onthoud alvast dit: de reis is de bestemming.
donderdag 8 augustus 2013
Festivalitis (3)
In de categorie veel-te-late-verslagen-van-fijne-zomderdagen...
't Was gratis. En prachtig zomerweer. Dus trokken we richting Boechout voor Sfinks Mixed, met tussenstopje in het Herentalse Netepark - het was dat soort zomerweer waarbij afkoeling noodzakelijk is na ongeveer elke beweging. Dus doken we deugddoend de verfrissing achterna, wetende dat elke zucht weer warmte zou toewuiven eens uit het water.
Wachtend op avondwarmte, die toch minstens draaglijk zou moeten zijn betraden we de festivalweide. Ik kon mijn aandacht nauwelijks verdelen...Vlagen van een heerlijk geurende wereldkeuken kwamen ons toegewaaid, het marktje smeekte om bezocht te worden en een kleurrijke murgaband luisterde het geheel op. Badend in een zalig en al iets minder brandend zomerzonnetje wist Sfinks vanaf de eerste minuut te betoveren.
We hadden geen plannen, zoals dat hoort bij last minute festivalbeslissingen. Geen bestudeerde tijdstabellen, enkel veel ontdekkingen voor de boeg. Op het lome ritme van warm verkende we stukjes Sfinks. Een hapje (chili sin carne... hemels!), een slokje (vers vruchtensap...tongstrelend!), een gekje (toneel van Marthentatief en Froefroe... verrassend en bevredigend als altijd), een nootje (Che Sudaka... wat. een. ontdekking. Het zomerde in zijn muziek, toen en nog dagen daarna), een fruitje (watermeloen en muziek. Of wat wil je nog meer?), een bloemetje, zelfs. Het was fijn. Het soort van benieuwd-naar-meer. En volgend jaar weer!
't Was gratis. En prachtig zomerweer. Dus trokken we richting Boechout voor Sfinks Mixed, met tussenstopje in het Herentalse Netepark - het was dat soort zomerweer waarbij afkoeling noodzakelijk is na ongeveer elke beweging. Dus doken we deugddoend de verfrissing achterna, wetende dat elke zucht weer warmte zou toewuiven eens uit het water.
Wachtend op avondwarmte, die toch minstens draaglijk zou moeten zijn betraden we de festivalweide. Ik kon mijn aandacht nauwelijks verdelen...Vlagen van een heerlijk geurende wereldkeuken kwamen ons toegewaaid, het marktje smeekte om bezocht te worden en een kleurrijke murgaband luisterde het geheel op. Badend in een zalig en al iets minder brandend zomerzonnetje wist Sfinks vanaf de eerste minuut te betoveren.
We hadden geen plannen, zoals dat hoort bij last minute festivalbeslissingen. Geen bestudeerde tijdstabellen, enkel veel ontdekkingen voor de boeg. Op het lome ritme van warm verkende we stukjes Sfinks. Een hapje (chili sin carne... hemels!), een slokje (vers vruchtensap...tongstrelend!), een gekje (toneel van Marthentatief en Froefroe... verrassend en bevredigend als altijd), een nootje (Che Sudaka... wat. een. ontdekking. Het zomerde in zijn muziek, toen en nog dagen daarna), een fruitje (watermeloen en muziek. Of wat wil je nog meer?), een bloemetje, zelfs. Het was fijn. Het soort van benieuwd-naar-meer. En volgend jaar weer!
Under attack
Drieënzestig. Bij de laatste telling had ik er drieënzestig. Drie-en-zestig rode jeukende aandachtvragende bultjes. Dat soort van krabben-maakt-het-erger. En van niet-aan-denken-dan-voel-je-ze-niet (yeah right). Ze gaan ook wel door het leven als muggenbeten. Of: de horror!
Ondanks mijn dagelijks herhaalde avondlijke klopjacht tijdens het verhaaltje-voor-het-slapen (e-readerverslaafd? ik? nee hoor), de muggenstekkers in elk beschikbaar stopcontact, het muggenarmbandje (waarvan ik de efficientie nog steeds erg betwijfel) en de intussen welbekende geur van muggenroller op elk vrij stukje lichaam loopt dat getal nog elke dag op. En daar word ik niet blij van. NIET. BLIJ.
Laat dit dus een waarschuwing zijn aan alle muggen die in de nabije toekomst plannen hebben om stukjes mij tot bulten om te toveren. I will get you. Of je vrienden. Want hoewel er op mijn bord geen dode dieren moeten verschijnen, maak ik voor de in de slaapkamer zoemende beestjes graag een uitzondering. Het soort dat je niet kan navertellen.
Zo. Dat moest ik even kwijt. Omdat ik anders toch maar aan het krabben sla. En omdat je op je eigen blog frustraties mag uiten. Toch?
Ondanks mijn dagelijks herhaalde avondlijke klopjacht tijdens het verhaaltje-voor-het-slapen (e-readerverslaafd? ik? nee hoor), de muggenstekkers in elk beschikbaar stopcontact, het muggenarmbandje (waarvan ik de efficientie nog steeds erg betwijfel) en de intussen welbekende geur van muggenroller op elk vrij stukje lichaam loopt dat getal nog elke dag op. En daar word ik niet blij van. NIET. BLIJ.
Laat dit dus een waarschuwing zijn aan alle muggen die in de nabije toekomst plannen hebben om stukjes mij tot bulten om te toveren. I will get you. Of je vrienden. Want hoewel er op mijn bord geen dode dieren moeten verschijnen, maak ik voor de in de slaapkamer zoemende beestjes graag een uitzondering. Het soort dat je niet kan navertellen.
Zo. Dat moest ik even kwijt. Omdat ik anders toch maar aan het krabben sla. En omdat je op je eigen blog frustraties mag uiten. Toch?
donderdag 1 augustus 2013
Niets
Vandaag moest ik niets. Helemaal niets. En ik deed ook niets. Helemaal niets. Vreemd in deze druk geagendeerde nauwgezet volgeplande vakantiemaanden, maar ik moest en deed niets. Afgewisseld met in het zwembad duiken ter verkoeling, een beetje lezen (een nietszeggend slecht geschreven vrouwenboek over, wel, niets - maar ik werd er blij van), dutten in de zon, dobberen op het water met een zwoel muziekje op de achtergrond en genieten van de tuin - dat dan weer wel. Want wij hebben een tuin. Een waaaaauw-jullie-hebben-een-tuin-tuin. Het soort met fleurige bloemen, kwetterende vogeltjes, ruisende struiken, glimmende bijna-appeltjes en heerlijke geuren. De zwoele zomerbries en zalige zon die - in tegenstelling tot anders, laten we eerlijk zijn - al bijna de hele zomer van de partij zijn brengen onze wauwtuin pas helemaal tot leven. Dus genoot ik vandaag extra - ik had 'm helemaal voor mij alleen, die tuin. Ik kabbelde centimeter per centimeter dichter bij de rand van het zwembad, om me dan weer keihard af te zetten naar de overkant. Intussen had ik twee vlinders in het vizier die van bloem naar bloem vlogen of zomerend tikkertje speelden. Dan lag ik lag ik weer in het gras, mijn blik over de grond, het groen, de geur, duttend te wachten tot de zon mijn pareltjes zwembad had weggewerkt. Of zat ik tegen de boom, met kriebelende beestjes in mijn nek, sprietjes tussen de tenen en vogelliedjes in mijn oren te lezen. Tot 't me toch te warm werd daar en ik moest plonzen. Giechelend als een klein kind. Genietend als iemand die helemaal niets moet. Of doet.
![]() |
Ik deed niets. Behalve kijken hoe doorheen de dag de temperatuur van het water 6 graden steeg. |
Abonneren op:
Posts (Atom)