dinsdag 18 juni 2013

Een verderkijker (6)

Een frisse duik in
Het diepe doet
Water(m)ijsjes
Deugd



Een Verderkijker. Van Lotte Van Dijck.
Zij gaf beelden, ik zocht woorden

maandag 17 juni 2013

Een verderkijker (5)

Wat ben jij een
Ingewikkeld stukje
Pinguïn haal je me
Even uit de war?
En trek ineens
Dat zwartje jasje
uit.

Een Verderkijker. Van Lotte Van Dijck.
Zij gaf beelden, ik zocht woorden

zondag 16 juni 2013

Een verderkijker (4)

In mij woont een avondmeisje
Wist ze plots zeker nu de nacht
Een gul gordijn van helderheid
Over haar schouders drapeerde
Het dwalen van de dag door
Donkerte verhuld en dreven
Troost in sterren stof geschreven
De maan een luisterend licht
En luidop las ze hem woord na
Zin na bladzijden boeken lang
Verwikkeld in zijn wijsheid
Haar avondmeisje fier flanerend
Opgetogen en verlichtend na
Een lange dag wat rust


Een Verderkijker. Van Lotte Van Dijck.
Zij gaf beelden, ik zocht woorden

donderdag 13 juni 2013

Defying gravity (2)

Het gaat niet goed tussen mij en de zwaartekracht. Dat we regelmatig in de clinch hangen is algemeen geweten. Ik val (vaak en meestal uiterst sierlijk), struikel (vaak en meestal uiterst sierlijk) en hinkstapsprong (vaak en... je raad het) regelmatig. Ook gisteren kwam de grond dichter dan gewenst. Roltrappen in het centraal station en hele zware rugzakken... dat is het zo niet. Deze keer helaas geen sierlijkheid en al helemaal geen zelfrelativerende lach - die meestal wel van de partij is. Ik voelde al snel dat het menens was. Geen geintjes of grappen of grollen van de zwaartekracht, maar een ouderwetse serieuze val. Zo eentje van niet goed weten wat gebeurde en vergaan van de pijn. Vooral dat laatste.

Nog voor ik het goed en wel besefte had een vriendelijke beveiligingsagent me op een stoel gezet, was de ambulance onderweg (wat? hoe? wie? help!) en de oorlog aan de zwaartekracht verklaard. Wat volgde was een avond van wachten en wachten en wachten, amper een vriendelijk ziekenhuisgezicht en vergeefse pogingen om mijn ouders te bereiken. En wachten. Terwijl de minuten en uren verstreken kregen de doemscenario's in mijn hoofd vrij spel - dat effect heeft eindeloos en alleen wachten in een spoedkamertje zonder zuurstof, diagnose of zelfs maar enige informatie blijkbaar op mensen. Ik zag een werchterticket verloren gaan, een kamp aan mijn neus voorbijgaan en het examen van de volgende dag nog eens terugkeren in augustus. Want deed dat nu niet abnormaal pijn? En was die zwelling en dat blauw wel oké? En waar bleef die dokter in godsnaam. Het huilen stond me - letterlijk, ik blijf in zo'n situaties dan toch echt wel dat kleine meisje dat gewoon haar mama en papa wil - nader dan het lachen.

Gelukkig heb ik een zotte bende vriendinnen die bij het horen van zo'n nieuws met z'n zessen in een daarvoor eigenlijk niet bestemde - auto springen, de Borgerhoutse wegen trotseren om me even later weer aan het lachen te brengen, gerust te stellen en wat eten te geven. Ik geloof dat ik nog nooit zo blij was om hen te zien, meer dan ik ooit zal kunnen zeggen of toegeven. En warempel, niet veel later stond ook de dokter op de stoep met goed nieuws en kwamen mijn ouders - die ik dan uiteindelijk toch kon bereiken - ook om het hoekje piepen. Ik was niet meer alleen. En minder verdrietig ook.

Pijn deed het allemaal nog wel, maar als je die niet alleen moet dragen valt dat reuze mee. Met een zalfje, een verbandje en een paar krukken werd ik uit mijn miseriekamertje ontslagen. En blij. Niet met die monster-sized voet, die pijnlijke steken bij elke stap of de gedachte dat er allicht wat nabije toekomstplannen in het water of de pijn zouden vallen. Maar wel met het ontbreken van doemscenario's, de hoop op snel beter worden en het idee dat er werkelijk mensen voor me klaarstaan. Hartverwarmend, op z'n minst. Redders in nood, dat zeker. Mijn helden van de dag, dat vooral!

dinsdag 11 juni 2013

Vader dacht

Bij vaderdag dacht vader stag
Een tek'ning te ontvangen
Bleek dat zijn meisjes - tegenslag
Negeerden dat verlangen

Of waren ze dan toch wat meer
Gegroeid en groot geworden
De tekeningen van weleer
Slechts kindse oude orde

Dus schrijf ik je, weet dat je leest
Voor vaderdag een versje
Op rijm voor jou een vrolijk feest 
Woordentaart met kersje

Want grote meisjes maken dus
Geen kribbelkrabbels meer
Maar versjes en misschien een kus
Dat kan altijd wel weer



In de tijd dat de dieren spraken en ik nog niet

donderdag 6 juni 2013

Een verderkijker (3)

Oh ventje toch
Jij bent m'n
Liefje op het zicht
Zweven zwalpen
Zwijmel
Verlies me
Aan je zij
'k Ben zeker, ja
Ik liefje
Elke dag alweer
Steeds dat ene kleine
Kleine beetje meer

Oh ventje toch
Jij kent m'n
Kantjes hoekjes wel
Samen verder
Zoeken
Vindt veilig
Dicht bij mij
Steeds liever, ja
Ik kenje
Elke dag alweer
Steeds dat ene kleine
Kleine beetje meer.

Oh ventje toch
Jij bent m'n
Kusje op de wang
M'n streel, m'n aai
Vertrouwen
Op stil maar
Wees niet bang 
Waar jij wil,
Ik kusje
Elke dag alweer
Steeds dat ene kleine
Kleine beetje meer

Oh ventje toch
Jij bent m'n
Misje diep bedroefd
Je ging zo plots
En liet me
Woordeloos
Alleen
Voel enkel nog
Ik misje
Elke dag alweer
Steeds dat ene kleine
Kleine beetje meer

Oh ventje toch
Jij bent m'n
Ventje voor altijd
Ik denk aan jou
En jij aan mij
Steeds samen
Ik jij wij
Oh ventje toch
Mijn ventje
Elke dag alweer
Steeds dat ene kleine
Kleine beetje meer

Een Verderkijker. Van Lotte Van Dijck.
Zij gaf beelden, ik zocht woorden

Voor Grootmoe en haar ventje

Een verderkijker (2)

Ik kwam je tegen
Half onder wege
ladder en de maan

Kousevoeten aan
Getrokken ver ook
Dromen bijdehand

Mijn waterwoorden
In gepakt en gezakt
Voor strikjes strop

Vertel jij ook je
Verschiet aan de
Maan of een traan

Vraagje vriendjes
Hand om handvol
Avonduren delen

Jij staarde je
Antwoord in het
Wit en zweeg

Mijn helzing liet
Je ogen sluiten
Slaapje wel

Een Verderkijker. Van Lotte Van Dijck.
Zij gaf beelden, ik zocht woorden

Een verderkijker (1)

Past dat stapeltje on
En zin wel in mijn
War vraagt ze zich
Af en toe

Struikelend dan
Huppels of een even
Stil werkt ze zich
Door

Mist leven ook
Lezen ondanks moe
Rekt ze zich discipline
Uit

Tot de klok van zeven
Even bubbels bruusk
Doorprikt ze zich
Krult 

De zon zingt haar
Toe maar jij streelt
Moed en hoopt zich
op

Wat einde verpakt in
Tintels en stralen haar
Wangen wentelen zich
Blij

Dan ziet ze zitten
Het en on en zin
En denkt zich slagen
in


Een Verderkijker. Van Lotte Van Dijck.
Zij gaf beelden, ik zocht woorden