Misschien moest ik maar eens schrijven over iets fijns. Iets
blijs. Je-weet-wel, zoiets waar je heel vrolijk van wordt. Want toegegeven: ik
ben een beetje boos. Op de verwarming op mijn kot die niet werkt (dat wordt
dikketruienweek), op mij nieuwe gsm die ook niet werkt (tot zover mijn
smartphoneoptimisme), op mezelf (die eigenlijk ook niet goed aan ’t werken is),
op de Albert Hein, omdat de melk op was, op mijn internet dat steeds uitvalt en
tergend traag gaat, op mijn cursus, omdat hij blijkbaar niet zichzelf wil
onderstrepen, op dat stomme groepswerk dat maar niet opschiet (is dat eigenlijk
wel een academische werkvorm?) en op mijn nieuwe gsm. OMDAT. HIJ. NIET. WERKT!
Gefrustreerd? Ik? Nauwelijks. Nauwelijks nog, als ik nu wat
fijns ga schrijven. Snel! Wat fijns! Voor ik me in zelfmedelijden wentel (of is
het daarvoor al te laat?).
Planckendael, dat was fijn. Oh wat was dat fijn. Bij nieuwe
chiro-uitdagingen hoort ook afscheid nemen van oude ploegen. Dat deden we in
stijl. Na enkele nmbsfrustraties (don’t go there, Lotte) en een zeer
onaangename aanvaring met de trappen van het station in Mechelen (Haasten.
Gladde schoenen. Gladde vloer. Onhandig. Grote blauwe plek. PIJN!) werden we
heel hartelijk erehaaggewijs ontvangen. Een verrassingstortillalunch stond al
te wachten in een waterig herfstzonnetje en met al dat uiterst fijne gezelschap
beloofde het een prachtige middag te worden. Toen ons ook nog een uitje naar de
dierentuin beloofd werd kon de pret al helemaal niet meer op. We zagen
olifanten en koala’s (lievelingsdieren: check!), lieten het kind in onszelf los
op het touwenparcours, vielen niet in het water bij de kano-oversteek, raakten
elkaar maar een keer of twee kwijt, en genoten van prachtig weer. Met dieren op
zich heb ik niet zoveel. Sommigen zijn ronduit eng, anderen gevaarlijk en van
de meeste ben ik bang. Maar zo op de prachtigste herfstdag tot nu toe in
prachtig gezelschap met prachtige
jaarlijkse-planckendael-bezoekjes-jeugdherinneringen in het achterhoofd was ik
toch heel blij om daar tussen die dieren te zitten. En ook nog: dankjewel lieve
afdelingscommissievriendjes voor het fijne afscheid. Dat jullie gemist gaan
worden, zegt!
Sinterklaaschocolade, dat is ook heel fijn. En een
verzachtende omstandigheid voor Albert Hein voor het gebrek aan melk. Zo’n
chocoladeventje later is mijn frustratie toch al wat gematigd. Over
verzachtende omstandgheden gesproken: dat gebrek aan melk leverde me nog iets
ronduit fijns op: kokosbrood. Op zoek naar een flesje melk viel mijn oog op een
vrolijk vreemd uitziend doosje met opschrift ‘Kokosbrood’. Nieuwsgierigheid is
dan amper te onderdrukken, en dat melkleed (elke keer als ik dit woord lees, denk ik aan een melkkleed. Inclusief beelden) moet toch ergens mee gecompenseerd
worden, dus verdween het kokosbrood al snel in mijn mandje. Thuisgekomen bleek
het een geweldige lekkernij voor tussen de boterham. Weet je wat, Albert Hein? Ik
schrap je van mijn frustratielijst, maar zorg je wel nog even melk? Dat lijkt
me lekker bij kokosbrood.
Nog iets fijns? De Slegte. En mijn mama die zo vriendelijk was dat ene niet-meer-in-de-handel-verkrijgbare boek te bestellen en te gaan halen. Dat maakt me ineens tot trotse bezitter van "Stad van dromende boeken". Onbegrijpelijk dat zo'n geweldig boek niet meer gedrukt wordt... Al was dat tweedehandsprijsje natuurlijk ook mooi meegenomen.
Mira, die is ook heel fijn. En ze zingt al de hele dag in mijn oor. Over de grenzen van haar loslopende wilde kale kevin en haar foto's van feestjes op de openbare weg. In dat heerlijke Nederlands. Met die heerlijke Mira-toets. En ik ga haar binnenkort eindelijk eens live aan het werk zien. Twee keer. Wat fijn!
En kijk eens aan... Het gaat warempel al wat beter met me.
Wat iets fijns al niet met een mens kan doen. Of schrijven.